Shitima School is onderdeel van een groter geheel, wat the Robert Shitima Project genoemd wordt. Op het schooldomein is de aanwezigheid van ondersteuning naast educatie al sterk aanwezig. Zo worden er op het domein landbouwgewassen verbouwd, kippen gekweekt, zijn er maaltijden voor de leerlingen voorzien, kunnen ze hun teamkwaliteiten optimaliseren in de verschillende sportteams, en zijn er zelfs internaten voor zowel jongens en meisjes. Maar wat na het afstuderen? Vele leerlingen op Shitima School komen uit de meest kwetsbaarste situaties (grote armoede, weeskinderen, voormalige straatkinderen). Shitima School is voor hun een thuishaven met veiligheid en zekerheid, maar na het afstuderen op grade 12 valt de veilige omgeving weg. Men besloot daar een oplossing voor te creëren. In Makululu werd een tweetal weken geleden het eerste huisje van the Robert Shitima Project plechtig geopend. Het is een huisje met 2 slaapkamers, keukentje en een badhuisje. De jongens wie de ultieme kans kregen om in dit huisje in te trekken, zijn allen oud-leerlingen van Shitima School. Ze betalen ieder een huur van 50 Kwacha per maand, en moeten zowel werken als zich inzetten voor de gemeenschap door middel van vrijwilligerswerk. Deze jongens werden niet gekozen vanwege hun uitmuntende resultaten, maar wel vanwege om hun attitude door de jaren heen op Shitima School. Dankzij dit project belanden de leerlingen van Shitima School na hun educatie in een hoopvolle omgeving met toekomstperspectieven. De huur welke zij moeten betalen is 2x niets, zelfs voor inwoners van Kabwe (gemiddeld kost een huis zoals dit rond de K1500 per maand). Naast de begeleiding en controle om hun op het rechte pad te houden, krijgen deze jongeren dus perfect de kans om een deel van hun inkomsten te sparen en een toekomst uit te bouwen welke meer mogelijkheden te bieden heeft dan de situatie waar ze vandaan komen. Dit huisje is het eerste welke the Robert Shitima Project heeft gebouwd. Het kostte zo'n 75 000 Kwacha, wat omgerekend ongeveer een €6000 is. In mei start de zoektocht naar een grotere bouwgrond, want men wil nog gelijkaardige huisjes bouwen om zo nog meer leerlingen, zowel jongens als meisjes, in de toekomst een plek als deze te bieden.
0 Reacties
Racisme is een fenomeen waar medemensen overal ter wereld zich (onbewust) al eens schuldig aan hebben gemaakt. Zeker met het toenemend aantal vluchtelingen in Europa en België, worden mensen als maar minder verdraagzaam. Verschillende religies, verschillende culturen, verschillende waarden en normen. Het is een kleine greep uit een reeks van onnoemelijk veel zaken welke kunnen leiden tot conflicten en onbegrip. De schrik voor het onbekende is iets wat mensen aanspoort om hun eigenheid te beschermen, en alles wat vreemd is af te weren. In een land waar de armoede groot is en de werkloosheidsgraad hoog, zoals Zambia, is het niet moeilijk om je in te beelden dat een blank persoon hier zeker wel eens te maken zal krijgen met racisme. Ik voel mij hier enorm thuis. De veiligheid en vriendelijkheid van de bevolking is een ware verademing ten opzichte van de Belgische mentaliteit. Maar zoals in elk land, zijn er hier ook enkelingen wie zich onderscheiden van deze geweldige bevolking door middel van racisme. Na bijna 3 maanden ken ik de lokale prijzen zeer goed. Ik weet hoeveel bussen en taxi's kosten, betaal niet meer te veel voor stofjes of kleren die ik wil laten maken, en dat heeft de lokale bevolking ook stilaan door. Toch heb ik hier al enkele momenten moeten slikken. Wanneer je een bus neemt, wat 40 Kwacha kost, is er één man wie de ticketjes verkoopt. Wanneer die man grofweg zegt 'White skin is 50.', dan sta je toch even met je mond vol tanden. Tijdens een wandeling naar het centrum enige tijd geleden was er een man wie riep 'Hey! Why are you here? Is there no work in your own country?!', onwetend dat ik slechts studente ben en hier helemaal geen geld verdien met mijn stage en vrijwilligerswerk. Oneerlijk, dat is het eerste gevoel wat in me op kwam. Deze mensen kennen mijn verhaal niet, mijn situatie niet, en de reden niet waarom ik hier ben. Toch word ik zonder pardon als rijke blanke aanzien. Is dit het gevoel wat vluchtelingen voelen wanneer ze in ons land toekomen, op zoek naar veiligheid? Is dit het gevoel wat allochtonen voelen wanneer ze naar ons land komen om een betere toekomst op te bouwen voor hun gezin? Ik kan mij niet inbeelden wat een wrok men moet voelen als men dag in dag uit met dit gevoel moet leven. Tijdens heel mijn verblijf zijn deze 2 situaties de enigste welke mij zijn bijgebleven als het op racisme aankomt. Het valt dus écht te verwaarlozen. In elk land is er wel een rotte appel, maar dat maakt nog niet dat het hele land geïnfecteerd is. Maar dat is denk ik stilaan wél het geval in België. Meer en meer worden allochtonen geconfronteerd met oneerlijkheden. Menig bekrompen mens heeft al eens een stelling zoals 'Ze komen hier onze jobs inpikken.' of 'Ze komen hier enkel om van onze sociale zekerheid te profiteren.' in de mond genomen. Terwijl geen van ons de verhalen van deze mensen kent, geen van ons weet welke jobs zij beoefenden of welke studies zij gevolgd hebben in hun thuisland. Men veroordeeld zonder verstand, en dat is dé meststof die de onverdraagzaamheid laat groeien als kool. Het spijtige van heel deze zaak in België is dat de politiek hier ook netjes op in speelt. Men zaait angst voor het onbekende, men wil de associatie 'vreemd = terrorisme' laten ontstaan, en wil de illusie van veiligheid creëren door middel van extreme gedachten en maatregelen. Helaas vergeet men één ding: als de Belgische bevolking toegeeft aan al hetgeen nu op til is, dan zal de onverdraagzaamheid alleen maar groeien. Het zal ons nog verder uit elkaar drijven, en ik schreef ooit al eens in een artikel dat een verdeelde bevolking geen bevolking is wie opkomt voor elkaar. 'Verdeel en heers', en de bevolking zal geen sterk front vormen om solidair te zijn en op te komen voor elkaar. En laat solidariteit nu net datgene zijn wat wij in tijdens als deze in België harder dan ooit nodig hebben.
Het examen van biologie is verbeterd, en daar hoort een korte analyse bij. Ik ga niet in detail treden over de resultaten, maar over het algemeen kan ik tevreden terugblikken op de prestaties van mijn grade 11. Zoals verwacht zijn de resultaten énorm uiteenlopend, met een verschil van zo'n 60% tussen de hoogste en laagste score. De leerlingen hebben, naar gelang hun kunnen, wel min of meer een score behaald zoals ik ze verwacht had. Maar toch vallen mij meteen enkele zaken op. Mijn examen was opgedeeld uit 2 delen. Section A bestond uit multiple choice vragen, en section B waren vragen met betrekking tot definities, toepasselijke vragen en oefeningen waarbij onderdelen moesten benoemd worden op figuren. Ik was niet verrast toen ik tijdens het verbeteren opmerkte dat section A uitmuntend beantwoord werd door alle leerlingen. Ze zijn het namelijk enorm gewend om multiple choice vragen te krijgen en theorie uit hun hoofd te leren voor toetsen of examens. Section B was zeer divers. Maar hetgeen mij meteen opviel was dat de vragen welke ik met groeps- en/of hoekenwerk had behandeld vollediger waren beantwoord dan de vragen welke door middel van notities waren overgebracht. Ook viel mij op dat een redelijk aantal leerlingen de leerstof puur uit hun hoofd leren. Dit kwam vooral tot uiting in section A, waar ze zeer goed scoorden, maar in section B voor toepasselijke vragen de mist in gingen. Om een voorbeeld te stellen, 2 vragen van section A waren als volgt: Deze vragen werden door zo goed als iedereen correct beantwoord. Maar wanneer ze vervolgens deze theorie moesten toepassen op alle mogelijke combinaties van donoren en ontvangers, waren er velen wie toch bij bloedgroep O en AB niet rekening hielden met de universaliteit van de bloedgroep. Hieronder zien jullie de oplossing zoals het moest zijn. Iets minder dan de helft van de leerlingen gingen bij deze vraag dus de mist in en antwoordde bij donor O en recipient AB niet overal 'YES', terwijl ze toch correct hadden geantwoord op de vragen van section A. Dit was voor mij een teken dat zij niet begrijpelijk gestudeerd hadden, maar reproductief. Dit gegeven, en het feit dat de leerlingen vollediger antwoordde bij de vragen welke door middel van gedifferentieerde en actieve werkvormen werden aangebracht, zijn voor mij het bewijs dat alternatieve werkvormen een betere manier zijn om leerlingen nieuwe leerstof bij te brengen dan het klassieke doceren. Door middel van het zelfstandig ontdekken, verwerven en verwerken van de leerstof zijn leerlingen beter in staat om zich de lesinhouden volledig eigen te maken. Ook al worden mijn vakken (aardrijkskunde, biologie en natuurwetenschappen) vaak slechts 1 à 2 lesuren per week onderwezen aan de grote meerderheid van de studierichtingen, toch is differentiatie in werkvormen iets waar ik steevast op tracht in te zetten. Naar mijn mening is het voor vakken welke weinig lesuren per week gegeven worden, zoals de mijne, des te belangrijker om de lesinhouden zo gedifferentieerd mogelijk aan te bieden om de maximale interesse en capaciteiten van leerlingen te prikkelen en te motiveren. Differentiatie is dus een gegeven waarop ik zal blijven inzetten naar de toekomst toe.
|
Archieven
Mei 2016
|